De stappen die we als kind doorlopen zijn: spelend kind, trauma, protest, boosheid, schuld en masker. Elke keer als we dit rondje lopen, verdiepen we het masker en verkleinen we het spelend kind in onszelf. De aankomende dagen neem ik je mee in alle stappen van dit proces zodat je inzicht krijgt in wat jouw spelend kind blokkeert en, misschien nog wel belangrijker, je de vrijheid gaat voelen haar te laten stralen.
De volgende stap is dan snel gemaakt. De negatieve overtuiging van hemzelf belemmert het kind om zich als spelend kind te blijven gedragen en de wereld te ontdekken. Deze overtuiging staat de onschuld en de veerkracht van het kind in de weg. De volgende stap is dan ook dat het kind de overtuiging niet meer wilt voelen en dit doet hij door camouflerend gedrag te ontwikkelen. Hij zet een masker op. Stel je voor dat het kind aan zichzelf heeft weergegeven dat hij niet goed genoeg is. Het gedrag wat hij dan kan ontwikkelen, is dat hij de behoefte van de ander leert lezen en aansluitend kan verzorgen. Zo zal hij vaak van de ander te horen krijgen dat ze blij zijn dat hij er is en dat hij zo goed weet wat de ander nodig heeft. Het spelende kind leert kwaliteiten aan het in het leven om zijn overtuiging "Ik ben niet goed genoeg" niet te hoeven voelen. De twee voelsprieten die hij ontwikkeld om de behoeftes van de ander te kunnen "lezen" groeien en worden steeds gevoeliger. Een blik op de ander is genoeg om te weten wat de ander nodig heeft. Niet alleen wat mama nodig heeft maar ook papa en oma en opa en broer en zus en later vriendjes en vriendinnetjes, juffen en meesters, en weer later een partner en collega's. Door zich volledig op de ander te focussen krijgt hij veel complimenten en deze complimenten zorgen er voor dat hij zijn eigen overtuiging "Ik ben niet goed genoeg" niet meer voelt of zelfs vergeet.
Doordat de focus bij de ander ligt en niet bij zichzelf zal het kind op den duur geen contact meer hebben met zijn eigen behoeftes. Het is een spelend kind met een masker geworden. Het spelend kind met masker wil zich nog steeds ontwikkelen. Tijdens de nieuwe ervaringen zal hij aanlopen tegen momenten van onveiligheid en zoeken naar geruststelling. Echter.... dit spelend kind met masker kan geen hulp meer vragen voor zichzelf. Hij kan alleen nog maar zien wat de ander nodig heeft. Op zoek naar geruststelling zal hij dan ook de ander gaan helpen. Zijn onveiligheid blijft en zal doorslaan in boosheid omdat hij niet gerustgesteld wordt, niet gezien wordt in zijn behoeftes. Door dat hij boos wordt duwt hij de ander van zich af. Dit roept gelijk de volgende crisis op. Wat is het bestaansrecht nog van dit spelende kind met dit masker als er geen mensen meer zijn die hij kan helpen? De overtuiging "Ik ben niet goed genoeg" wordt in de volgende stap nog steviger geïmpregneerd en hij zal nog beter zijn best doen om voor de ander klaar te staan. Tevens worden situaties waarin hij tijd aan zichzelf besteed uit de weg gegaan. Zelfontwikkeling en groeien in je mogelijkheden zal dit spelende kind met masker dus niet doen *
Er zijn natuurlijk meer soorten maskers dan bovenstaand voorbeeld. Zo heb je ook een masker die gebouwd is op de overtuiging "Ik heb geen controle". Dit masker creëert kwaliteiten waarmee hij de controle kan behouden voor zichzelf. Ook heb je het masker dat de kwaliteiten beheerst van het samenwerken. Dit gedrag is opgebouwd uit de overtuiging "De wereld is een gevaarlijke plek". Er zijn in totaal 9 verschillende maskers. Wat ze gemeen hebben is dat ze het spelend kind met masker ervan weerhouden om te groeien. Het masker maakt dat ze zich alleen kunnen richten op de dingen waar hun focus op ligt.