Emoties zijn er in allerlei vormen en maten. Toch hebben we allemaal een voorkeur emotie. Een emotie die als het eerste boven komt wanneer je geraakt wordt. De een wordt boos, de ander wordt verdrietig en de ander wordt bang. Hoe snel je boos, bang of verdrietig wordt, hangt af van wat je allemaal aan onverwerkte ervaringen in je leven hebt opgedaan. De een wordt al boos als een apparaat niet werkt en de ander wordt pas boos wanneer voor de derde keer diezelfde week zijn band lek is. Ditzelfde geldt ook voor verdriet en angst.  De onverwerkte ervaringen in je leven zorgen er voor dat je een kort “lontje” hebt en snel in de emotie schiet.  Of je je emotie voor de buitenwereld zichtbaar laat zijn, is een ander verhaal. Dit hangt weer samen met de wijze waarop je jezelf beschermt.  De één kan van binnen heel boos zijn maar aan de buitenkant zal je daar niets van merken, de ander kan zijn verdriet overal en aan iedereen laten zien.  Hoe je voor andere mensen overkomt en hoe je jezelf van binnen voelt, hangt ook weer af van je bescherming. Een bescherming is een manier waarop je de prikkels van buitenaf filtert zodat ze voor jou zo min mogelijk pijnlijk zijn.

Een baby gaat vanaf een maand of drie ervaren dat mama er soms niet gelijk is wanneer de baby zich ongemakkelijk voelt. Hij gaat op die momenten ten volle het gemis aan zorg en geruststelling ervaren. Op die momenten moet de baby zichzelf gaan beschermen om de pijn van het gemis niet te ervaren. Als hij dat niet zou doen zou hij zoveel in beslag worden genomen door het gemis dat hij zich niet verder kan ontwikkelen. Zijn systeem kiest er dus voor om een filter tussen hem en de buitenwereld te plaatsen zodat hij het gemis niet hoeft te ervaren en hij  verder kan groeien. De baby groeit op en de momenten van gemis, verkeerd begrepen worden, niet gezien worden voor wie hij is, zorgen ervoor dat zijn filter steeds beter en vaker gaat werken.  Dit filter bepaald wat hij wel en niet binnen laat aan prikkels en hoe hij de prikkels interpreteert. Het bepaald dus ook zijn reactie op die prikkels en daarmee zijn gedrag. Laten we eens een kijkje nemen in de klas van juf Anna. Drie kinderen met drie verschillende filters. Ze hebben net een moeilijke som gekregen van juf.   Lotte wil het graag heel goed doen. Met grote ijver werkt ze aan de som. Ze levert haar werkje als laatste in omdat ze het wel drie keer nagerekend heeft. De emotie die Lotte zo ijverig laat werken is boosheid.  Jelle neemt het allemaal niet zo serieus. Hij heeft eens naar de som gekeken maar verder kan het hem niet boeien. Wel vindt hij het leuk om de kinderen in de klas te bekijken en wat propjes te schieten. Gewoon voor de lol. Jelle zijn emotie is angst. Uit angst om iets te missen kan hij zich niet concentreren op één ding.  Bas heeft de som snel gemaakt. Hij heeft goed opgelet tijdens de uitleg van juf en eigenlijk wist hij de uitkomst van de som gelijk. Hij is de eerste die klaar is en legt het antwoord in de hoek van zijn tafel. Als juf langs loopt ziet ze het vanzelf liggen.  Ook Bas zijn emotie is angst. Door zijn angst de wereld niet te begrijpen, verstopt hij zich in zijn eigen wereld. Hij is een uitstekende waarnemer. Alle drie deze kinderen hebben een voorkeurs emotie van waaruit hun gedrag voortkomt. Hun gedrag wordt bepaald door hun filter naar de buitenwereld. De verhalen van juf Anna en haar klas vind je op de website www.dreamchild.nl